In de serie Nieuwe Hollandse Meesters licht ik uit wat bekende Nederlandse start-ups uniek maakt. Eerder schreef ik over Thuisbezorgd. Deze keer: hoe Mollie groot werd door op de kleintjes te letten.
De Nederlandse betaaldienst Mollie heeft een schattige naam, maar is al lang niet meer schattig. Afgelopen week haalde het bedrijf een investering van €90 miljoen binnen. Daardoor is het nu meer dan $1 miljard waard en mag het zich een unicorn noemen.
Mollie verwerkt betalingen. Het bedrijf zit tussen banken en webwinkels in. De andere grote speler in Europa op dit gebied is Adyen (ook een Nederlands succesverhaal). Maar Adyen is niet echt een concurrent voor Mollie. Dat komt omdat Mollie slim een eigen niche gecreëerd heeft.
Mollie richt zich namelijk op de kleintjes. Daarmee bedoel ik de kleine ondernemers. Daarin heeft het weinig concurrentie: zo merkt oprichting Adriaan Mol op: “Banken richten zich liever op het snelle geld, een hypotheek of beursgang.” En Adyen focust zicht op grote bedrijven. Adyen heeft bijvoorbeeld allerlei uitbreidingen die specifiek voor grote bedrijven handig zijn. Zoals een betalingssysteem voor in de winkel en een systeem om producten die een klant in de winkel mist omdat ze uitverkocht zijn direct in de winkel online kan bestellen.
Mollie richt zich dus op een groep die door banken en Adyen niet goed genoeg geholpen werden. Als er maar genoeg kleine webwinkels Mollie gebruiken, is het toch winstgevend.
Wie op de website van Mollie kijkt komt echter toch wat bekende bedrijven tegen, zoals Plantsome en Otrium. Het focussen op kleine ondernemers brengt wat extra’s mee: die kleine ondernemers kunnen ook groeien. En zo heeft Mollie ineens bekende klanten, omdat ze groter zijn geworden.
Mollie opereert dus in een druk speelveld. Maar doordat het een slimme niche koos, kon het groeien ondanks deze concurrentie.